De Europese Commissie keurt haar herziene richtsnoeren inzake regionale steun goed

EU
Available languages: EN, FR

De Europese Commissie heeft haar herziene EU-richtsnoeren inzake regionale Staatssteun voor de periode 2022-2027 bekendgemaakt. De lidstaten moeten deze richtsnoeren volgen wanneer zij Staatssteun aan ondernemingen verlenen ter ondersteuning van de economische ontwikkeling van regio's met een abnormaal lage levensstandaard en andere achtergestelde regio's. Zij geven aan onder welke voorwaarden dergelijke steun verenigbaar is met de interne markt overeenkomstig artikel 107, lid 3, onder a) en c) van het Verdrag betreffende de Werking van de EU.

Onder a) wordt voorzien in steunmaatregelen ter bevordering van de economische ontwikkeling van gebieden waar de levensstandaard abnormaal laag is of waar een ernstig gebrek aan werkgelegenheid heerst en van de in artikel 349 VWEU bedoelde regio's, rekening houdend met hun structurele, economische en sociale situatie, terwijl onder c) Staatssteun voor de ontwikkeling van bepaalde economische regio's toegelaten is, mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt en de mededingingsvoorwaarden op de interne markt daardoor niet onevenredig worden aangetast.

Regionale steun is onontbeerlijk om de lasten van de intrinsieke handicaps van bepaalde regio's te verlichten en om de nadelige gevolgen van de ongelijke verdeling van middelen als gevolg van de marktintegratie te beperken. Meer in het bijzonder gaat het om structurele onevenwichten tussen bepaalde regio's op het gebied van bevolkingsafname, inkomensverdeling en werkloosheid.

Het formele incentive effect, d.w.z. dat de steun het gedrag van de betrokken ondernemingen zodanig moet veranderen dat zij een bijkomende activiteit uitoefenen die zij zonder de steun niet, of op beperkte of andere wijze, of op een andere plaats zouden uitoefenen is van essentieel belang voor het verkrijgen van regionale steun. Dergelijke voorwaarde moet strikter worden beoordeeld in het geval van steun voor grote ondernemingen dan in het geval van steun voor KMO's.

Overeenkomstig de artikelen 3 en 174 van het Verdrag betreffende de Werking van de EU ontwikkelt, bevordert en vervolgt de Unie acties die tot economische, sociale en territoriale samenhang leiden. In dit verband wordt met de richtsnoeren beoogd gelijke concurrentievoorwaarden tussen de lidstaten tot stand te brengen. In de praktijk komt dit neer op steun voor investeringen en het scheppen van banen door ondernemingen.

De belangrijkste elementen van de herziene richtsnoeren zijn:

  • Het totale bereik voor regionale steun wordt verhoogd van 47% tot 48% van de EU-bevolking en er komt een geactualiseerde lijst van gesteunde "a"-gebieden en vooraf afgebakende "c"-gebieden, zoals hierboven omschreven, op basis van de meest recente Eurostat-statistieken over BBP (2016-2018) en werkloosheid (2017-2019). Bovendien maakt de Commissie het nu gemakkelijker voor lidstaten om de niet vooraf gedefinieerde c-gebieden toe te wijzen aan rechtvaardige transitiegebieden, terwijl de toewijzingscriteria voor steungebieden onaangetast blijven.
  • Hogere maximale steunintensiteiten waarbij KMO's hogere maximale steunintensiteiten behouden dan grote ondernemingen. Daarnaast zijn in de richtsnoeren verscheidene verhogingen van de steunintensiteit opgenomen: (i) voor ultraperifere gebieden, (ii) voor grensgebieden, (iii) voor gebieden die bezig zijn met een rechtvaardige transitie in de gebieden met de meeste achterstand, en (iv) voor gebieden die een bevolkingsafname kennen.
  • De sectorale werkingssfeer van de richtsnoeren werd geactualiseerd, evenals de criteria voor het afwegen van het positieve effect van steun tegen het negatieve effect ervan op de mededinging en het handelsverkeer. Bij deze afweging mogen negatieve effecten, zoals het creëren van overcapaciteit op een markt die krimpt, contra-cohesie-effecten en verplaatsingen van bedrijfsactiviteiten, niet opwegen tegen de positieve effecten van de steun die strikt gezien niet noodzakelijk verband houden met de mededinging. Dergelijke positieve effecten kunnen de volgende zijn: het scheppen van banen, digitale transformatie of overschakeling op milieuvriendelijke activiteiten.

Met deze laatste wijziging wordt met name beoogd bij te dragen aan de recente doelstellingen die de EU heeft vastgesteld, zoals de Green Deal of de industriële en digitale strategieën. Al deze wijzigingen gaan samen met een algemene vereenvoudiging van de structuur van de richtsnoeren en een verduidelijking van een aantal definities en de gebruikte terminologie.

Op basis van de herziene richtsnoeren moeten de lidstaten nu één enkele regionale steunkaart opstellen die van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2027 van toepassing is en die door de Commissie moet worden aangemeld en goedgekeurd.

De herziene richtsnoeren treden in werking op 1 januari 2022 en zullen tot eind 2027 van toepassing zijn, met een tussentijdse evaluatie gepland voor 2023. Het merendeel van de steun waarop zij betrekking hebben, moet kunnen worden vrijgesteld van voorafgaande aanmelding bij de Europese Commissie overeenkomstig de algemene groepsvrijstellingsverordening die ook in dat opzicht zal worden herzien. Alleen steun die bepaalde drempels overschrijdt, zal nog formeel door de Commissie moeten worden goedgekeurd.